Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Van alle spijze, die men eet, waarop [32]het water zal gekomen zijn, [die] zal onrein zijn; en alle drank, dien men drinkt, zal in alle [33]vat onrein zijn. 32. Te weten, waarmede men iets zal gewassen hebben van hetgeen door het aanroeren dezer dingen onrein geworden was. 33. Namelijk, dat door het aanroeren van iets dezer dingen onrein geworden was.